Deel 1
Wegwijs in PowerShell
2
Eerste instructie uitvoeren
3
Gebruikmaken van Windows PowerShell ISE
5
Typische PowerShell-opmerkingen
6
Houd rekening met iedereen
9
Snel werken met PowerShell
11
Anatomie van PowerShell-commando
13
Waarde toekennen aan een variabele
14
Opbouwen van een stevige instructie
15
Gebruik -whatif om instructie te controleren
16
Hulp krijgen over cmdlets
17
Twee soorten problemen bij cmdlets
18
Begrijp de verschillende soorten haakjes
19
Beveiligingsbeleid op orde stellen
20
Een vertrouwensrelatie (signed) voor eigen scripts
21
Credentials meegeven via een object
22
Parameters instellen bij starten PowerShell
23
PowerShell starten vanuit een batchbestand of Cmd-venster
24
PowerShell automatisch starten als administrator – I
26
De pipeline | in het kort
31
Objecteigenschappen wijzigen
32
Verkregen output wijzigen
33
Een transcript krijgen van de instructieverwerking
34
Te veel op het venster: more versus paging
36
PowerShell-profiel maken
38
Providers in PowerShell
39
Registerinstructie klaarmaken: transaction
40
Navigeren in PowerShell
41
Modules in PowerShell: basis
42
Op afstand met PowerShell
43
PSSessions: remote via PowerShell
44
Navigeren via remote sessie op één remote pc
45
Invoke-Command – instructies op afstand uitvoeren
47
Achtergrondtaken lokaal uitvoeren
48
Achtergrondtaken remote uitvoeren
49
Achtergrondtaken inplannen
51
Variabelen en constanten
58
Wiskunde en de operatoren
59
Vergelijkingsoperatoren
62
Regex: regular expressions
65
Iteratie: for-statement
66
Iteratie: foreach-statement
67
Iteratie: while-statement
68
Iteratie: do until-statement
69
Iteratie: do while-statement
70
Casting en werken met resultaten
71
Methodes, functies en cmdlets
72
Zelfgedefinieerde functies in het kort
73
Het bereik van een variabele
76
Inzicht in het helpsysteem
77
Metadata van een cmdlet bekijken
78
Pipelinebinding (byValue of byPropertyName)
91
Bestandscatalogus en werken met hashes
92
PowerShell-modules en -scripts online
93
Werken met modulemanifests
96
Statische mogelijkheden
100
PowerShell automatisch starten als administrator – II
103
Geavaneerde getalbewerkingen
105
Standaard PowerShell-variabelen
109
Eigenschappen van bestanden en mappen
110
Rechten van bestanden en mappen
112
Eigenaarschap overnemen
114
Eigenschappen zijn ook objecten
116
Veilig wachtwoordbeheer
117
Domein starten (voor wie dit grafisch met onderstaande hulp kan)
119
Centrale informatiemap maken
Deel 2
Visual Studio Code en PowerShell
120
Visual Studio Code en PowerShell
Deel 3
PowerShell gebruiken in Linux
121
PowerShell gebruiken in Linux
Deel 4
CLI-netwerkomgeving in de cloud en on-premises
122
Windows Server Core versus GUI
123
Installatie Windows Server Core
124
Installatie Hyper-V Server 2019
125
Installatie GUI-netwerk Windows Server en Windows Client
126
WSCore snel configureren
130
Active Directory via PowerShell
131
PowerShell grafisch of via de CLI benaderen
132
Einde automatisering in Windows Server
133
Microsoft 365 met het netwerk verbinden
134
Azure vanuit PowerShell benaderen
138
Scripttalen combineren
139
Extra’s installeren voor instructieverwerking
Deel 5
PowerShell-bouwstenen
142
Functies leiden vaak tot een start
143
Van script naar module
144
Voorbeeld van een module
145
Voorbeeld van een volledige module
146
Scripts, modules en functies opbouwen
147
Hetzelfde doen in Visual Studio Code
148
(Geavanceerde) functies
150
Module met meer dan één functie opslaan
154
Werken met validatieattributen
Deel 6
Extra’s via PowerShell
157
PowerShell Desired State Configuration (DSC)
159
E-mail versturen vanuit PowerShell
161
E-mail versturen met Microsoft Graph
164
Zeer kort theoretisch: Microsoft Azure Automation
166
Windows Terminal en subsystem Linux
169
Unified Write Filter (UWF)
170
Werken met items: snelle uitleg
173
Tips om goede formats weer te geven
175
Een PowerShell-script aan een GPO koppelen
176
PowerShell-scripts via Intune (Mobile Device Management)
177
PowerShell-script koppelen aan Taakplanner
178
Self-signed script met eigen certificaat maken
179
Nieuw in PowerShell 5.1, 6 en 7